Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar een seizoen zonder vooruitzicht op iets speciaals blijft een beetje kaal. Het seizoen aankleden met een tot de verbeelding sprekende klassieker is als jus over de aardappels. Na kennismaking met de zaterdagploeg van TFC Frisia was het rijden van sterritje op zaterdag en zondag een vast ritueel. Af en toe een ritje buiten de provincie, maar daar bleef het bij. Op enig moment, kreeg ik er lucht van dat je als toerist de bekende wielerklassiekers kon rijden.
Luik-Bastenaken-Luik
Mijn eerste wielerklassieker en niet de minste, Luik-Bastenaken-Luik. Georganiseerd door Le Champion. 245 kilometer lang en een stevig aantal hoogtemeters. Met mijn vrouw afgereisd naar Tilff, net onder Luik, om onze vouwwagen neer te poten op een camping.
De volgende dag met de auto naar de startlocatie in Luik. Bleek een café bij het oude station te zijn, midden in de hoerenbuurt. De madammen waren nog actief maar de aandacht verslapte toen zij mij in wielertenue uit de auto zagen stappen.
Inschrijven, een routebeschrijving op papier, een bakje koffie en vort met de geit.
In 1982 had je meestal standaard 52x42 voor en achter 7 kransjes met een 24 als grootste op de fiets gemonteerd. Het aantal deelnemers bedroeg plm. 400 en die vind je niet terug op een route van deze lengte. Het geluk was met mij, ik trof een ploegje uit Amersfoort, één van mijn oude woonplaatsen. Het waren geen klimmers deze zwaargewichten, maar ik hield mij gedeisd. Beter als dit ploegje kon ik mij niet wensen en het zou zeer onverstandig zijn om deze mannen te lossen.
Tot aan Bastenaken viel het allemaal mee. Veel op en af, naar boven effe schakelen, afdalen op de grote plaat en dit bij de daaropvolgende klim zo lang mogelijk volhouden. Zou ik nu niet meer kunnen, maar als je 41 jaar bent heb je daar de benen voor. Le Champion had in Bastenaken haar stempelpost en het bekende blikje rijstepap voor de deelnemers.
La Redoute
Het venijn zit hem in het tweede gedeelte. Na Bastenaken krijg je alle befaamde en beruchte klimmen voor je kiezen. In totaal 17 stuks keurig verspreidt over de route. Ga ze niet allemaal opnoemen, Cote de Wanne zeer bekend, Cote de la Redoute, met een maximum stijgingspercentage van 24%, kent iedere toerfietser. Viel niet mee met een 42x24 boven te komen. Stoempen en niet stil komen staan was het credo, want veel mogelijkheden om weer op je stalen ros te klimmen en in de toeclips te geraken waren er niet. Halverwege is er 2 meter pseudovlak en daar kan je het proberen. Bij dit geringe aantal deelnemers was het mogelijk om op de top de tijd van elke deelnemer te noteren. Ik mocht met een plaats bij de eerste 10 niet klagen. Als je al eens in de Ardennen hebt gefietst dan weet je het, uitkijken in de afdaling want de wegen zijn niet altijd even goed en dan druk ik mij nog netjes uit. Onderweg een lekke voorband en dankzij de volgwagen van de Amersfoorters was het een wieltje wisselen en bij de finish kreeg ik hem gerepareerd terug.
Pittig werk.
Het is een tocht die je niet in de koude kleren gaat zitten. Tel maar na 245 km en 4400 hoogtemeters in combinatie met de weersomstandigheden, die soms heel beroerd zijn. De daaropvolgende jaren heb ik hem, onder sterk wisselende omstandigheden zeker nog een keer of acht gereden, al dan niet in combinatie met Dwars door Limburg, een soort Amstel Gold race.
Mijn laatste kunstje.
De laatste keer was in 2015, op mijn 74ste, in het gezelschap van een vrouwelijke kennis die van het wandelen was overgestapt op fietsen en die na de Ronde van de Benelux, een aanrader die door RTV Steenwijk wordt georganiseerd, vond dat LBL ook op haar palmares moest staan. Iemand die in staat is Amsterdam-Leeuwarden in een ruk te wandelen moet dit ook kunnen, en het is haar gelukt. Vergeet ook niet de keer dat ik met mijn fietsmaat Kees Moerman naar Tillf ben afgereisd. Twee dagen voor de start was het drukkend warm. Dan weet je het weer kan maar zo omslaan. Midden in de nacht, jawel hoor onweer en bakken water over ons tentje. Met de ervaring van een eerdere rit in de Ardennen, waar ik onderkoeld ben geraakt, dacht ik dit niet opnieuw. Wij hebben ons nog eens omgewenteld in de slaapzak, zijn blijven liggen tot de regen wat minder heftig was, daarna alles opgepakt en op naar Friesland.
Onderweg klaarde het weer op en twijfel je. Heb ik een goede beslissing genomen. In de daaropvolgende week kwamen wij een paar Friezen tegen die de tocht wel hadden gereden. Het was een helse tocht geweest, regen en veel mensen met onderkoelingsverschijnselen. Dus een goede beslissing.
Geen Le Champion meer.
In het verleden was het Le Champion die LBL in augustus organiseerde. Een groot succes met duizenden liefhebbers, die het voor zichzelf verpest hebben door overal hun rommel neer te gooien. Ik kan mij nog herinneren hoe een vader en zoon voor mij reden, zoonlief een gelletje pakte en na consumptie de verpakking zo de vrije natuur indonderde. Toen ik er wat van zei kon ik een grote bek van pa krijgen. Waar ik mij mee bemoeide. Mijn uitleg dat dit een reden voor gemeenten was om de LBL niet meer door hun gebied te laten gaan en daardoor misschien op de tocht kwam te staan, was aan dovemans oren gericht. Le Champion heeft heel veel geïnvesteerd om dit te voorkomen maar het mocht niet baten. Ze kregen de vergunningen niet rond en LBL staat niet meer in hun programma.
Alternatief.
Maar niet getreurd kijk op deze website https://lblchallenge.be/nl/ en je komt alles te weten over LBL die op 19 april 2025 wordt verreden. Wacht niet te lang met inschrijven want het maximum is 8000 deelnemers. Als je in België een toertocht fietst zijn de kosten soms wat hoger, maar daarvoor word je goed verzorgd onderweg zoals ik al enkele keren heb meegemaakt. Van een medefietser hoorde ik dat LBL middels routebordjes is aangegeven en dat is ook een optie. Op naar de Ardennen.
Wim van Brink