Stempelen bij fietstochten is beslist geen verleden tijd. De wereld staat bol van techniek, de maan en Mars binnen handbereik, AI is bezig aan een opmars en wat doen wij fietsers. We stempelen net als in het 4de millennium voor Christus. Waarom eigenlijk?
De eerste bekende stempels werden al in het 4e millennium voor Christus gebruikt in Mesopotamië. Deze vroege stempels werden in kleitabletten gedrukt om handelsdocumenten en eigendomsmarkeringen te authentiseren. Een stempel in je paspoort, op je hand bij een festival, er werd wat afgestempeld. Als voormalige douaneambtenaar had ik een lamme poot van het gestempel. Zonder paperassen met stempel kwam er niets de grens over. Inmiddels is dit verleden tijd.
Stempelen bij fietstochten is beslist geen verleden tijd. De wereld staat bol van techniek, de maan en Mars binnen handbereik, AI is bezig aan een opmars en wat doen wij fietsers. We stempelen net als in het 4de millennium voor Christus. Waarom eigenlijk?
Traditie en Nostalgie - Voor veel fietsers is het stempelen op zijn/haar Elfstedentocht het summum van geluk. Het is een tastbaar bewijs dat je erbij was.
Betrouwbaarheid – Een stempel liegt niet, het staat zwart op wit.
Authenticiteit - Het verkrijgen van een stempel bij een controlepost biedt een moment van interactie en controle die de authenticiteit van de afgelegde route waarborgt.
Toegankelijkheid - Niet alle deelnemers hebben toegang tot of willen gebruikmaken van moderne technologieën. Stempels bieden een universeel en laagdrempelig systeem dat voor iedereen toegankelijk is, ongeacht hun technologische vaardigheid of middelen.
Gemeenschapsgevoel - Controleposten waar gestempeld wordt, fungeren vaak als sociale ontmoetingsplaatsen. Even een bakkie doen, puntje er bij, slap ouwehoeren en een sanitaire stop.
Kosten – Een paar stempels, stempelinkt en vrijwilligers. Meer heb je niet nodig. Kosten zijn te verwaarlozen. Een voorbeeld hoe het ook kan: De Ronde van Vlaanderen. Jaarlijks 16.000 deelnemers aan de start die voor deelname tussen de € 80 en €110 betalen, afhankelijk van het aantal pinten die onderweg genuttigd worden. Bij deze tocht wordt gebruik gemaakt van een kaderplaatje met videochip voor tijd en tracking. De aanschaf van deze technologie zal zeker van invloed zijn op de inschrijfgelden.
In 1978, bij mijn entree bij het voormalige fietsgezelschap TFC Frisia was, naast het fietsen, stempelen bijna net zo belangrijk. Van sterritten, provincietochten, diagonalen, letterboekjes, enfin te veel om op te noemen, kon je alleen maar aantonen dat je ze gereden had door middel van stempels. Jaren heb ik deel uitgemaakt van het bestuur, waarvan één jaar als competitieleider.
Het jaar als competitieleider was heftig. Elke maand leverden de deelnemers aan de competitie een opgave in die handmatig verwerkt werden en in het clubblad werden geplaatst. Frisia telde meer dan 300 leden die bijna allemaal aan de competitie deelnamen. In oktober werd de laatste opgave gedaan en de eindbalans opgemaakt. Wie was kampioen in een van de vijf klassen die de competitie kende. Verder bestond er een promotie en degradatieregeling.
De nummers 1,2, en 3 in hun klasse werden door mij gecontroleerd. Voetstoots aannemen dat iedereen correct zijn opgaven had gedaan, daar ging ik niet van uit. In dat jaar heb ik er twee geknipt en geschoren en uit de stand gekieperd wegens fraude. Een van de twee was de 70 al gepasseerd maar hij wou nog zo graag een ‘pryske’. De Staatsloterij was een optie heb ik hem later voorgehouden, maar die geeft geen bekers aan een winnaar. De man was niet vooruit te branden, maar trapte in dat jaar een aantal kilometers bij elkaar waar menige jonge hond trots op zou zijn. Ter controle heb ik al zijn boekjes opgevraagd, een overzicht gemaakt van alle fietsdagen en kwam tot de ontdekking dat deze man het op zijn leeftijd presteerde om dagritjes te maken die de 400 km te boven gingen. Met zijn snelheid het klokje rond. De Elfstedentocht fietste hij niet, die was hem te lang.
Hoe flikte hij dit. In de ochtend vertrok hij met meerdere boekjes van diverse verenigingen in de zak. Meerdere boekjes? Behalve het toerboekje, kende men Diagonalen, Lettertochtboekjes, Provincieronden, vrije tochten zoals Leeuwarden-Steenwijk. Enfin te veel om op te noemen. Hij fietste naar Bergum en liet bij elke plek waar een stempel te krijgen was alle boekjes afstempelen. De dag daarop naar Franeker en hetzelfde verhaal. Zo flikte hij dat bij al zijn rondjes. In die tijd werkte ik als rechercheur en kon het niet laten om mijn beroepsvaardigheid op dit geval los te laten. Hij ging rap door de knieën en uit de competitie.
Fietscomputer - Toen bijna iedereen over een fietscomputer beschikte hebben wij, als éérste vereniging in Nederland en niet Le Champion zoals zij beweerden, besloten om daar gebruik van te maken. Aan het begin van de competitie af laten lezen, tussendoor en aan het eind nogmaals. Redelijk betrouwbaar. Oké, tegen figuren die vier magneetjes in het wiel plaatsen is niets opgewassen.
Het is moeilijk om met zekerheid te voorspellen of het gebruik van stempels bij fietstochten helemaal zal verdwijnen, maar hier zijn enkele overwegingen die kunnen bijdragen aan de toekomstige relevantie of het mogelijke verdwijnen ervan.
Zal stempelen ooit verdwijnen? Welke redenen zouden hiervoor zijn?
Technologische vooruitgang – Naarmate GPS-technologie en tracking-apps steeds geavanceerder en betaalbaarder worden, kunnen deze middelen steeds aantrekkelijker worden voor zowel organisatoren als deelnemers. Ze bieden nauwkeurige tracking, real-time updates en vereenvoudigen de administratieve lasten.
Gemak en Efficiëntie - Moderne technologieën kunnen veel administratieve taken automatiseren en vergemakkelijken, zoals routeverificatie en resultaatregistratie, waardoor de logistieke druk op organisatoren vermindert en de deelnemerservaring wordt verbeterd.
De conclusie is dat stempelen waarschijnlijk voorlopig zal blijven bestaan, vooral bij traditionele en nostalgische evenementen, zoals onze eigen Princenhoftocht.
Vanaf 1978 heb ik tot vervelens toe stempels moeten halen, bij tankstations, restaurants, kapsalons, supermarkten, postkantoren en mij er altijd over verbaasd dat ze een stempel in huis hadden. Mijn slechtste herinnering aan stempelen was tijdens de 21ste etappe van de Honderd Colstocht in 2006. In de verkeersdrukte van Annecy raakte mijn fietsmaat en ik elkaar kwijt. Even bellen? In die tijd beschikten weinig mensen over een mobieltje. Zoeken leverde niets op en ik ging alleen verder. Miste een cruciaal bordje, reed rechtdoor waar ik rechtsaf had gemoeten. Tot overmaat van ramp begon het stevig te regenen. Na veel rondvragen en twintig kilometer te hebben omgereden een bezoek aan de patisserie gebracht om mij vol te douwen met gebak op weg naar Col Du Grand Colombier, 1501 mtr. hoog, waar ik 2,3 km voor de top een stempel moest halen bij een Auberge.
Daar sta je dan in het donker, kletsnat bij de receptie te wachten tot iemand zich vrij kon maken voor het broodnodige ‘tampon’; zo heet dat nu eenmaal in het Frans. Tijdens het wachten zie je een restaurant vol mensen met heel veel lekkers op hun bord en in hun glas in een aangenaam verwarmd restaurant
Met de wetenschap dat je nog 25 km in het donker en kou moet afdalen kon een tampon mij gestolen worden, maar ja de reglementen van de organisatie waren streng. Geen stempel geen brevet.
Op dat moment had ik meer gehad aan moderne technologie, maar die bestond toen nog niet. Achteraf had het ook wel iets en in ieder geval een sterk en waar verhaal voor de thuisblijvers.
Reactie plaatsen
Reacties